Het roer stevig in handen hebben
Weten waarmee je bezig bent
Wie scheep is, moet varen
Als je eenmaal begint, moet je het ook afmaken
In iemands kielzog varen
Hem volgen om er voordeel van te hebben
Een andere koers gaan varen
Het op een andere manier proberen
De zeven zeeën bevaren hebben
Overal geweest zijn
De juiste koers varen
Op de goede weg zijn
Op één kompas varen
Één zienswijze volgen
Je moet roeien met de riemen die je hebt
Je zult moeten werken met de middelen die je hebt
Uit de boot vallen
Niet voldoen aan de criteria
De boot afhouden
Niet deelnemen, geen medewerking verlenen
Wachten met het nemen van een beslissing, uitstellen
Iemand in de boot nemen
Iemand voor de gek houden
Iemand in zijn bootje nemen
Bij iemand in de gunst proberen te komen
De boot ingaan
Verslagen of uitgeschakeld worden
Ochtendrood, water in de sloot,
Een rode zonsopgang voorspelt slecht weer
Avondrood, mooi weer aan boot
Een rode zonsondergang voorspelt mooi weer
De boot missen
Een kans voorbij laten gaan, te laat zijn